Achteraf gezien natuurlijk achterlijk, maar ik drink die muntthee op. Stel je voor dat ze straks merkt dat ik het niet heb gedaan. Ze heeft mijn tas met mijn telefoon, kamerpas en sleutels mee. En mijn kleren. Dus ik ben ook nog afhankelijk. Maar verdomme wat is dit geil en spannend. In mijn rustige hoekje zit ik gelukkig redelijk uit het zicht, tegelijk heb ik ook geen goed zicht op de lobby en het trappenhuis. Ik moet er maar voor gaan. De muntthee is op en ik piep snel de bar uit. Als een wonder is er niemand in de gang. De derde verdieping. Zelf zit ik op de vijfde, dan neem ik sowieso de lift. Maar de derde… lift of trap? In mijn logica denk ik dat ik op de trap minder mensen tegen kom. Maar waar is de trap?
Gelukkig hebben deze hotels allemaal goede bordjes en wijzers. Trappen rechtdoor. Ai, de lobby. Het is rustig maar ik kan never nooit ongezien. Dan maar de bravoure. Ik loop straight forward door. De receptioniste ziet me en roept: “Meneer, dit kan niet. Gaat alles goed? Wat is er aan de hand?” Ik roep terwijl ik met straffe pas doorloop: “Ja hoor, een weddenschap,” en ik spring het trappenhuis in. Volgens mij ben ik nog nooit zo snel een trap op gelopen. De enkelingen die ik verder in de gangen zie, kunnen bijna niet snel genoeg kijken om zich te realiseren wat er eigenlijk gebeurt.
Ik ben al snel op de derde verdieping en zie dat haar kamernummer direct vooraan bij het trappenhuis is. Maar hoeveel tijd is er eigenlijk verstreken? Het was nét iets voor elf toen ik voor het laatst op mijn telefoon keek en dat was nog toen ik volledig aangekleed was. Intussen heb ik me uitgekleed, nog een verse muntthee gedronken en ben ik naar boven gesprint. Zal dat een kwartier zijn? Stemmen en voetstappen…
Er komt net twee stellen de trap op gelopen. Duidelijk hebben ze veel whiskey gedronken. “Ha, hij is bloot”, roept een van de twee dames. Ze zijn vrij feestelijk gekleed, iets wat zich helemaal afzet tegen mijn staat van zijn. “Wat is er gebeurd man, uit de hand gelopen vrijgezellenfeest ofzo,” vraagt een van de mannen. “Kom op zich, kleed je aan, dit is toch niks om naar te kijken,” lacht hij. Ik sta met mijn mond vol tanden en mijn billen bloot. “Haha, hij heeft mijn zijn billen te weinig in de zon gezeten,” roept de andere dame. Met mijn rug en blote kont naar hen toe gericht – altijd save the best for last denk ik dan – hebben ze natuurlijk glorieus uitzicht. Ze lachen en brullen. En daar gaat de deur open, daar staat ze.
“Wat ben je nou aan het spelen mannetje? Er is er maar één hier die speelt en dat ben ik” zegt ze streng. “Hier naar toe komen met je handen achter je rug. Laat die mensen lekker zien wat er te zien is.” En natuurlijk, vanzelfsprekend, gehoorzaam ik. Wat in een kwartier toch al kan gebeuren.
Laat een recensie achter